Op de website van RTL Nieuws las ik het artikel over Tessa van 15, die zelfmoord pleegde en dat volgens haar moeder niet wilde, maar in een opwelling deed. In dat artikel staat de zin: “De man wilde haar aanspreken maar durfde niet, omdat hij, zo verklaarde hij later aan de politie, bang was dat hij haar zou afschrikken, als volwassen man die een meisje in een kort zomerjurkje zo laat nog aanspreekt.” En dat gevoel ken ik zo goed. Ik wil niet die viesspeuk zijn, die gluurder of die enge verkrachter in de ogen van de ander. Ik zou die man op het station kunnen zijn. Haar laten zitten in de hoop dat het wel weer goed komt… Dat raakte me. Want hoewel niets zeker is en ze haar zelfmoord misschien toch had uitgevoerd, had het ook het vonkje kunnen zijn om te beseffen dat ze nog wilde leven. En toen schreef ik het volgende op:
Kan ik mezelf over mijn eigen angsten voor ‘afwijzing’ zetten om de ander te helpen?
Lukt het me om mijn eigen bagage even uit te zetten. Om onvoorwaardelijk te kijken en er voor de ander te zijn?
Kan ik tijd maken?
Wil ik tijd maken?
Durf ik mezelf nog in de spiegel te bekijken als het niet lukt, zoals bij mijn maatje Pim?
Ik wist dat hij het moeilijk had. Ik wist dat hij mij nodig had. Ik wist niet wat ik moest doen. Er voor hem zijn leek me genoeg. We hadden een afspraak gemaakt… en hij koos voor de dood, voordat ik bij hem was. Het zit me nog steeds dwars. Ik wist dat hij het moeilijk had. Ik was er voor hem, maar durfde die ene vraag nooit te stellen. Ik sloeg mijn spiegel stuk met mijn rechter vuist. De scherven vlogen rond mijn oren, stuk in de wasbak en op de grond. En het duurde even voordat ik weer een nieuwe spiegel kocht en mezelf weer aan wilde en kon kijken. En ja, hij had het toch wel gedaan. Hij had teveel doorzettingsvermogen. Net als ik… Dus ik snap hem. En ik mis hem.
En nu verstop ik me vaak, laat ik mensen dichtbij komen, maar niet Te dichtbij. Kan ik daarom zo slecht aarden op 1 plek? Of zat dat er al vroeg in? Misschien al als baby? In mijn verstrooide brein? Hoe wil ik loyaal zijn aan mijn familie? Wat of wie spiegel ik? Ik wil autonoom zijn. Ik wil mezelf zijn. Maar ben ik dat wel? Wat leer ik nog veel over mezelf. Elke dag weer.
Wat als ik nu iemand in nood zie? Ik denk vaak al snel: die zit toch echt niet op mij te wachten… maar wat als iedereen zo denkt? Ik ben juist iemand die niet zijn mening wil opleggen aan de ander. Ik probeer echter wel te begrijpen wat iemand beweegt en met eigen bruggen lukt me dat vaak. Ik gebruik daarom vaak voorbeelden van mezelf om die bruggen naar de ander te bouwen. Ook daar zit niet iedereen op te wachten… soms is alleen luisteren en doorvragen genoeg… ik weet het en toch blijf ik onzeker. Wat kan ik nou doen? Die ander denkt zeker dat ik iets geks wil van hem of haar. Ze vinden me vast stom., eng, raar, moordenaar, verkrachter.
En wat doe ik nu dan als ik iemand in nood zie? Durf ik dan te helpen? Of vind ik zelf die ander misschien juist stom? Of geeft die ander mij ineens de schuld van iets wat ik niet gedaan heb? Of vind die ander mij stom. Of niet aardig? SO WHAT… maar what if…? Het vraagt moed om te helpen. En wat als ze geen hulp willen?
Kan ik mezelf even uitzetten? Kan ik mijn brein even pauzeren? Gewoon even mijn gedachten op nul. En de vraag stellen:
Hoe is het om jou te zijn?
Durf ik dat?
Lieve ander: Hoe is het om jou te zijn?